In de tussentijd verhuisde ik van de randstad naar Brabant. Alles wat mij eerder zo aantrok in de stad, stond me nu juist tegen. Verandering van omgeving zou mij hopelijk goed bevallen. Het UWV kwam in die tijd met een plan om te herintreden. Lichamelijk was ik nog niet tot veel in staat, maar zij hadden een hele lijst met beroepen die ik makkelijk aan zou kunnen. Een standaard lijst, zo bleek, want ze wilden mij in een kas laten werken, terwijl ik amper kon staan of hurken. En ze zochten functies zonder klantcontact en collega’s, terwijl ik juist behoefte had aan contact met anderen.